Ik kijk op de klok en zucht: er moet nog zoveel af. Een artikel, die lezing van morgenavond. Nog drie gesprekken met klanten. Hoe gaat me dat lukken? Mijn vingers vliegen over het toetsenbord en ik zet nog even een tandje bij. Die avond plof ik uitgeput op de bank. Ik ben moe. En baal van mezelf. Kan het niet anders? Waarom was dit zo’n uitputtende werkdag?
Ik kijk op de klok: drie uur. Er is veel te doen vandaag: een artikel schrijven, de lezing van morgenavond. En dadelijk nog drie gesprekken met klanten. Ik laat mijn gedachten gaan over alle dingen die ik nog wil doen. Dan vraag ik me af: wat wil ik het liefst? ‘Dat artikel’ schiet me te binnen. Ik wil er graag wat moois van maken. Ik schuif achter de laptop en begin te schrijven. Voordat ik het weet is het stuk af. Mooi op tijd voor het coachingsgesprek van dadelijk met Suzanne. Ze is gestopt met uurtje-factuurtje-werken, maar twijfelt nog hoe ze haar langere programma moet aanbieden. Ik popel om haar daarmee te helpen. Ik voel me lekker; wat een verrijkende werkdag!
De werkdagen hierboven gaan ze over hetzelfde. Toch voel je direct het verschil. De uitputtende werkdag is gehaast, rommelig, ergernis. Je wordt al moe als je er aan denkt. De verrijkende werdag is precies andersom: plezier, lol, genieten, liefde. Zo zouden we altijd wel willen werken.
Maar wat is het verschil tussen de twee?
Lees meer