Afgelopen donderdag organiseerde onderzoeksbureau Blauwweer haar jaarlijkse superpromoter event. Voor bedrijven die meer enthousiaste klanten willen, die willen bouwen aan een mooie wereld. Lees wat een ruimtereis naar Mars, de Obama-campagne en 3D-printing je kunnen leren over enthousiaste klanten voor jouw bedrijf.
Zo krijg je een stortvloed van enthousiaste klanten
Rijn Vogelaar, auteur van het boek ‘De superpromoter‘ en Chief Enthusiasm Officer van onderzoeksbureau Blauw opent de dag en legt uit hoe enthousiasme zich verspreidt via de flame-flow-flood. Enthousiasme start altijd met een vlam van inspiratie, die een enthousiasteling in de wereld brengt. Het gaat daarbij altijd om iets dat voor de persoon zelf van belang is, zo belangrijk dat je er enthousiast over bent.
Daarna komt de flow, andere mensen die aanhaken bij het enthousiasme en dat verder willen verspreiden. Het idee wordt nu ook door anderen gedragen en gaat een eigen leven leiden, bijvoorbeeld via cocreatie. In organisaties is het belangrijk dat in deze fase diverse mensen aanhaken; niet alleen management of medewerkers, maar ook enthousiaste klanten. Groeit het enthousiasme? Dan bereik je de ‘flood’ die kan zorgen voor hypes of veranderingen.
Wil je in je bedrijf zo’n vlam van enthousiasme opwekken? dan is het belangrijk om stil te staan bij essentiële vragen als: waarom zijn wij er, wat doen wij om mensen en de maatschappij te helpen of wat hebben wij bijgedragen aan de wereld. De antwoorden op deze vragen voor jouw organisatie moeten een oprecht enthousiasme oproepen. De bondige presentatie van Vogelaar roept in de zaal in elk geval volop enthousiasme op. En nieuwsgierigheid naar z’n volgende boek, waarin hij hier verder op in gaat.
Niet meer above of below the line
Daarna is het woord aan Bram Jonkheer, die namens onderzoeksbureau Blauw bekend maakt welke bedrijven op dit moment het meeste enthousiasme onder hun klanten hebben. Hij voorspelt dat we de komende jaren veel positief nieuws over deze bedrijven gaan horen, omdat ze veel superpromoters hebben en die goed weten te mobiliseren.
Interessant is de visie van Jonkheer, die vertelt dat het in marketing niet langer zal gaan om ‘above the line’ en ‘below the line’ communicatie. De belangrijkste plek wordt ‘between the line’, de plaats waar je enthousiaste klanten spontaan over jou praten (bijvoorbeeld op sociale media) zonder dat je daar zelf nog regie over hebt. Juist daarom is het belangrijk om je superpromoters goed te kennen, omdat zij de reputatie van je bedrijf in de buitenwereld gaan bepalen. Bedrijven die het op dit vlak in Nederland goed doen en met een superpromoter-award naar huis gaan zijn: Toyota, de Kankerbestrijding, ASN Bank, Coca cola, ANWB, Lidl en Ziggo.
Superpromoters helpen WNF bij negatieve PR
Marlou van Campen, social media manager van het WNF, vertelt dat ze een grote groep enthousiaste vrijwilligers hebben, die nauwgezet worden gevolgd via sociale media. Via eenvoudige surveys wordt de achterban uitgevraagd. Mensen die het WNF aanbevelen wordt vervolgens gevraagd om hun persoonsgegevens en of ze meer betrokken willen worden. Door dit soort surveys zag WNF dat veel van haar fans dezelfde hobby’s hebben, zoals reizen, fotografie en schaatsen. Vervolgens is er contact gezocht met online communities op dit gebied, zoals zoom.nl voor fotografen en waarbenjij.nu voor reizigers.
WNF ervaart volop de ‘between the line’-communicatie, bijvoorbeeld toen er onlangs een kritische televisie-uitzending van Zembla was over WNF, waarna superpromoters spontaan op Twitter en Facebook ingingen op foute reacties en WNF hielpen om de reputatieschade te beperken. Maar de hulp van fans gaat veel verder. Zo zijn er zelfs studenten die WNF vrijwillig helpen met doelgroepanalyses: een student vertelde dat de Facebook-populatie van WNF bijzonder veel overeenkwam met die van Wakker Dier, een inzicht dat WNF zelf nog niet had, maar dat wel heel bruikbaar is. Want moet je als WNF nog een promo-actie met Albert Heijn doen, als er tegelijkertijd online volop negatieve reacties vanuit Wakker Dier zijn op de plofkippen in het schap van de grootgrutter?
Brengt enthousiasme mensen op Mars?
Een geweldig voorbeeld van de vlam van enthousiasme is Bas Lansdorp, die al meer dan 15 jaren de persoonlijke wens heeft om naar Mars te gaan. Met zijn bedrijf MarsOne lijkt zo’n missie nu realiteit te worden. Uitgangspunt bij de Mars-missie is om door het inkopen van bestaande technologie een menselijke nederzetting op Mars te realiseren binnen 10 jaren. Pikant detail bij de missie is dat de huidige technologie nog niet voorziet in een terugreis, de vrijwillige kolonisten tekenen dus voor een levenslang verblijf op Mars.
De missie van Mars is gestoeld op bestaande technologie. En op enthousiasme waardoor er grootschalige wereldwijde media-aandacht zal zijn, bijvoorbeeld voor de democratische verkiezingen waarbij wordt vastgesteld wie er naar Mars zal mogen gaan. Met media-aandacht zal het event groter worden dan een presidentsverkiezing of Olympische Spelen. Landsdorp: “Over 1.000 jaar weet niemand meer wie nu de president van de Verenigde Staten was, maar weten mensen wel de namen van de eerste kolonisten op Mars”. Lansdorp laat met zijn Mars-droom zien dat verbeeldingskracht en enthousiasme de wereld kunnen veranderen. Of een compleet nieuwe wereld koloniseren.
Hoe Obama met enthousiasme de verkiezingen won
Eric Sundström, een zweedse journalist, was lid van het Obama-campagneteam en vertelt hoe Obama met militaire precisie én slim gebruik van enthousiaste fans de verkiezingen wist te winnen. Essentieel in de aanpak van Obama was een mix van offline en online fans. Zo werd een analytics team samengesteld met 50 van de slimste online koppen uit Silicon Valley. Zij focusten op databases vol gegevens en stemverwachtingen. Met militaire precisie werd bijgehouden welke swing-states de doorslag konden geven in de verkiezingen. Hier werden gericht campagneteams opgezet, aangestuurd vanuit één professionele kracht die om zich heen zo snel mogelijk een team vrijwilligers moest organiseren.
Vrijwilligers werden gericht vanuit de database aangestuurd en hoorden bijvoorbeeld welke adressen met twijfelende kiezers een bezoek waard waren. Resultaten van zo’n bezoek werden weer teruggegeven aan het campagneteam, die daarmee gericht voor opvolgbezoeken konden zorgen. Ook werd veel aandacht gegeven aan online marketing: headings van mailings werden nauwkeurig geanalyseerd met A/B-testen om donaties te vergroten. Ook werden Obama-fans via e-mail en Facebook aangezet om in hun netwerk promotie te doen, soms zelfs met expliciete verwijzingen naar namen en foto’s van jouw vrienden die nog twijfelen om Obama te stemmen.
Sündstrom laat zien dat het verkiezingssucces van Obama geen geluk was, maar gestoeld is op een razend slim gebruik van online media, waardoor enthousiaste mensen gericht de swing-states in werden gestuurd om de verkiezingen te winnen. Interessant zijn de nieuwe discussies die daarbij ontstaan. Zo heeft Obama nu persoonlijk een grote groep volgers opgebouwd. Maar zijn deze volgers van hem, of van de partij bij een volgende verkiezingsronde? De presentatie van Sündstrom laat zien dat het werken met fans en enthousiasme volop kansen biedt, maar ook voor nieuwe twistpunten kan zorgen.
Een toekomst om te lachen
Futurist Mark Stevenson oftewel @optimistontour is naast toekomstkenner ook stand-up comedian. Een briljante combinatie, om aan het einde van een lange congresdag de toeschouwers tot de laatste seconde te boeien. Een belangrijke missie van Stevenson is bouwen aan een betere toekomst, door optimisme, pragmatisme en ambitie terug te brengen in onze cultuur, die teveel gedomineerd wordt door giftig cynisme. Daarin slaagt hij met zijn presentatie ruimschoots.
Stevenson laat zien dat internet al lang niet meer de enige grote revolutie uit onze tijd is, de grootste technologische veranderingen moeten nog komen en het is onze uitdaging om die technologie in een positieve richting te sturen. Hij schetst daarbij niet alleen de grote ontwikkelingen in duurzame energie en 3D-printing, maar kijkt veel verder. In de afgelopen decennia gingen we computers programmeren.
De komende decennia gaan we biologie en materie programmeren. Denk daarbij aan het printen van auto-onderdelen op je 3D-printer thuis, maar ook aan het printen van medicijnen die precies passen bij het type kankercel in jouw lichaam. De biologie en materie zullen over enkele decennia net zo programmeerbaar zijn als onze huidige mobiele telefoon. Daarmee krijgt de massa toegang tot enorme mogelijkheden en ook enorme verantwoordelijkheid. Hoe gaan we onze kinderen dat leren?
Durf te dromen!
Mooi in het verhaal van Stevenson is zijn doordachte enthousiasme: “Don’t be afraid to imagine the world being much better. Dare to dream”. Dat is een motto dat het superpromoter-gedachtengoed prima samenvat en tegelijkertijd de grootste uitdaging is die we meekrijgen van het event. Want welke positieve dromen durf jij met je bedrijf te dromen? Welke fantastische toekomst ga jij verbeelden? Het superpromoter event laat zien dat dromen geen bedrog zijn, maar het begin van een veel mooiere realiteit. Durf jij te dromen?
Dit artikel is eerder gepubliceerd op de website van Frankwatching.
Geef een reactie