Als kind was ik dol op de bezoeken aan m’n opa en oma, vooral in de nazomer. Rond hun achterhoekse huis hadden ze een ‘landje’ met fruitbomen en groente. Het hele jaar door was er weinig te beleven, maar in het najaar was er op miraculeuze wijze plots veel lekkers voorhanden. We mochten in de bomen klimmen en abrikozen plukken, of pruimen, peren en appels. In de gang stonden emmers vol kruisbessen en al maanden kregen we verse aardbeien en frambozen toegestopt. De nazomer was de periode van overvloed, van weinig moeite en veel lekker eten. Wat ik als kind niet zag, waren de vele uren die m’n opa en oma het hele jaar door op hun landje doorbrachten met zaaien, onkruid wieden en bemesten van de grond. Ik zag alleen de resultaten, het lekkere fruit.
De nazomer met de rijke oogst
In m’n bedrijf heb ik dit jaar een soortgelijke nazomer van overvloed. Nog nooit was ik in augustus zo druk, had ik zoveel opdrachten en klanten. Nog nooit lag er na m’n vakantie al zoveel werk op me te wachten. Sommige van m’n vrienden of collega’s bekijken het zoals ik vroeger als kind naar m’n opa en oma keek. Ze kijken jaloers naar de overvloed van m’n oogst. Maar zij zien niet het harde werken van de maanden ervoor. Want ook mijn harde oogst ging niet vanzelf.
Lees meer