Af en toe kan ik verbaasd kijken naar m’n eigen leven. Het is alsof er op dat moment een persoon uit een ander tijdperk in me kruipt en meekijkt met mijn leven. Soms zijn die ‘meekijkers’ mensen die ik ken, zoals m’n oma die aan het begin van de vorige eeuw is geboren, op het land leefde en elf kinderen op de wereld heeft gezet. Als haar ogen met me meekijken, dan is het leven met twee kleine jongens niét druk en is het combineren van het moederschap met het opvoeden van twee kleine kinderen een peulenschilletje, ook al willen sommige damesbladen me laten geloven dat het een hele uitdaging is.
Terwijl ik luister naar een verhitte discussie in een vergadering bij een klant, kijkt er plots iemand uit het stenen tijdperk met me mee. “Wat is er hier aan de hand?” fluistert m’n meekijker me toe: “Waarom zijn die mannen zo boos? Zijn er ernstige problemen voor jouw stam?” Ik glimlach. Ernstige problemen, ach, het gaat misschien wat ver om de nieuwe communicatiestrategie waar nog niet iedereen zich in kan vinden als een ernstig probleem te bestempelen.
“Wat is er dan met jouw stam?” gaat de stem door, “Is er een hongersnood”. Ik lach bijna hardop, een hongersnood! Ik kan me eerlijk gezegd niet herinneren wanneer er in ons land voor het laatst een echte hongersnood is geweest. In het midden van de vorige eeuw, inmiddels al meer dan 50 jaar geleden, is er één winter honger geweest, de laatste winter van de oorlog. Maar echt een grote lange hongersnood? Structureel? In ons land? Die is verdwenen uit ons collectieve geheugen.
“Wat is er dan aan de hand”, blijft m’n meekijker doorvragen. “Worden jullie aangevallen door een andere stam en zijn alle vrouwen geroofd”. Ik glimlach opnieuw. Als ik de verhitte gezichten om me heen zie, dan zou ik hier haast in geloven. Toch zijn de partners van deze mannen gewoon veilig thuis of op hun werk. “Tja, een oorlog en strijd tussen de mannen van de stammen is altijd lastig”, gaat de stem van m’n meekijker verder. “Vaak gaat zo’n oorlog om onbelangrijke dingen, maar voor de mannen zelf is hij wel belangrijk. Het gaat voor hen om status, om macht. Met een oorlog willen ze laten zien hoe sterk en machtig ze zijn. Ook al heeft de rest van de stam er vooral last van. Wij willen gewoon rustig ons leven leiden in vrede en voorspoed. Zo kunnen we in alle rust onze akkers bewerken en hebben we meer dan genoeg te eten.”
Dan knik ik. Dat is precies wat er aan de hand is. Macht. Status. De baas zijn. Bevelen geven. Dat is wat er hier om tafel speelt. En ja, ook hier heeft de rest van ‘de stam’ er veel last van. Er wordt eindeloos gepraat over de nieuwe communicatiestrategie. Alle verrassende onderdelen en bijzondere ideeën zijn er inmiddels uitgepraat. Wat overblijft is een saai stuk waar we ons niet mee onderscheiden. Hier hebben we als bedrijf weinig aan. Maar goed, de mannen hebben hun zegje kunnen doen, hebben eens flink kunnen laten zien hoe belangrijk ze zijn en hoe hoog hun status is. Ook al is de rest van ‘onze stam’ daar helemaal niet bij gebaat. M’n meekijker uit het stenen tijdperk en ik kijken elkaar aan. Zouden wij mensen dan echt nooit veranderen?