In mijn praktijk als business coach werk ik regelmatig met hoogbegaafde vrouwen en mannen, die zowel stoer als sensitief zijn. Toeval? Ik dacht altijd dat ik zulke cliënten aantrek omdat ik zelf ook zo ben. Totdat ik stuitte op interessante literatuur over mannelijkheid en vrouwelijkheid bij begaafden. Waarom combineren hoogbegaafden vaker mannelijke en vrouwelijke eigenschappen? En hoe kan dat een voordeel zijn voor leiders en ondernemers? Daar blijkt de wetenschap interessante dingen over te zeggen. In dit artikel zet ik het voor je op een rijtje.
Hoogbegaafde vrouwen, mannen en gender
In het boek ‘Rianne van de Ven dat androgynie vaker voor lijkt te komen bij hoogbegaafden. Veel hoogbegaafden lijken minder te passen in het traditionele beeld van man of vrouw:
‘Veel hoogbegaafden vallen niet binnen het gemiddelde op het gebied van gender. De heersende beelden van mannelijke en vrouwelijke eigenschappen gaan niet op. Hoogbegaafde vrouwen beschikken over bovengemiddeld veel intelligentie; een eigenschap die in onze cultuur als ‘mannelijk’ bestempeld wordt en vaak beschouwd wordt als koud, afstandelijk en analytisch. Voor hoogbegaafde mannen geldt precies hetzelfde. Zij hebben bovengemiddeld veel ‘vrouwelijke’ eigenschappen, namelijk de warme, empathische, sensitieve kant. (…) Hoogbegaafde vrouwen en mannen vinden zelden herkenning wanneer ze dit thema bespreken met normaalbegaafde gendergenoten.’
Rianne van de Ven in ‘Hoogbegaafd in de praktijk’
NB: het gaat hier over psychologische aspecten die maatschappelijk worden gezien als mannelijk of vrouwelijk, dus niet om fysieke afwijkingen.
Hangt androgynie inderdaad samen met begaafdheid? Ik vond het een boeiend thema en dook er dieper in. Een zoektocht leidt tot interessante artikelen, die androgynie en hoogbegaafdheid met elkaar in verband brengen. Bijvoorbeeld Nancy Miller en Frank Falk (2009) halen diverse onderzoeken aan over dit onderwerp.
Hoe zit het precies met gender en hoogbegaafden? En waarom is dat voor ondernemers en zzp-ers relevant? Dat ontdek je in dit artikel.
Hoogbegaafde vrouwen en mannen: stoer en sensiteif
Ik herken mezelf en veel van de ondernemers waar ik mee werk het androgyne beeld. Ook ik heb de indruk dat hoogbegaafde vrouwen stoerder of analytischer zijn, de mannen zijn regelmatig sensitiever of emotioneler.
De omgeving van deze mensen kan dat ervaren als ‘bijzonder’, ze weten vaak niet zo goed wat ze er mee aan moeten. Ook voor de hoogbegaafde zelf is hun androgynie iets bijzonders. Ze voelen dat ze anders zijn dan anderen. Iets dat ze overigens vaak niet koppelen aan hun begaafdheid.
Jongen én meisje
Androgyne voorkeuren zijn vaak al in de kindertijd zichtbaar, mits kinderen de ruimte krijgen om spontaan uiting te geven aan hun eigen interesses. Zo speelde ik als kind dolgraag met technisch LEGO, timmerde ik hockeysticks van haardhout, voetbalde in het park en klom in bomen (typisch voor jongens).
Tegelijkertijd breide ik met plezier truitjes voor mij barbiepop, borduurde ansichtkaartje, maakte diertjes van vilt of leer, was dol op winkelen en bedelde bij mijn moeder of ze een broek voor me wilde maken van een mooie stof die ik zelf uitzocht.
Mannelijk of vrouwelijk? Welnee!
In onze maatschappij zien we mannelijkheid en vrouwelijkheid vaak als tegenstelling: de klassieke mannelijke Rambo versus de vrouwelijke Barbie. Denk je op zo’n ééndimensionale manier over gender, dan is het snel bedreigend. Heb je als jongen méér vrouwelijke eigenschappen, dan ben je immers minder een échte man.
Maar het kan ook anders. Dat ga je gender niet langer zien als een schaal met één as, waarop mannelijkheid wordt afgezet tegen vrouwelijkheid. Je kunt het genuanceerde zien: als een raamwerk met twee assen. De ene as is vrouwelijkheid, waar je hoog op laag kunt scoren. De tweede as is mannelijkheid; ook daar kun je hoog of laag op scoren.
De traditionele verzorgende, sensitieve vrouw scoort hoog op vrouwelijkheid en laag op mannelijkheid. De traditionele rationele, stoere man scoort hoog op mannelijkheid en laag op vrouwelijkheid. Maar er is ook een derde groep mensen: zij scoren hoog op zowel vrouwelijkheid als op mannelijkheid. Dat zijn de analytische én sensitieve vrouwen. De organiserende én verzorgende mannen. Tot slot is er een vierde groep: de mannen en vrouwen die relatief laag scoren op zowel mannelijke als vrouwelijke eigenschappen. Zij worden ‘indifferent’ genoemd.
De wetenschap zegt het ook: mannelijk én vrouwelijk
Deze twee assen van mannelijkheid en vrouwelijkheid gebruik ik al jaren als bruikbaar model om mensen uit te leggen dat ze niet hoeven te kiezen tussen mannelijke of vrouwelijke eigenschappen. Het was bijzonder om te ontdekken dat hier volop wetenschappelijke literatuur over is. Zo blijkt S.L. Bem hier al sinds 1974 over te publiceren, met precies hetzelfde model, dat de Bem Sex-Role Inventory (BSRI) wordt genoemd.
Buiten de vier kwadranten mannelijk, vrouwelijk, androgyn en indifferent zijn er natuurlijk volop tussengroepen: vrouwen die hoog scoren op vrouwelijkheid, maar ook wat mannelijkheid hebben. Of andersom. Elk mens kan zichzelf een plekje geven in het raamwerk. Een plekje dat overigens niet vastligt, maar in de loop van je leven kan veranderen.
Bovendien kun je je afvragen welke aspecten van mannelijkheid of vrouwelijkheid je meeneemt: analytisch vermogen, strategisch denken, dominantie, fysieke kracht, activiteitenniveau, sociale connecties, empathisch vermogen, verzorgen, connectie met emoties van anderen, connectie met je eigen emoties. Het scala aan mannelijke en vrouwelijke eigenschappen is oneindig.
Maar goed, mannelijke en vrouwelijke eigenschappen hoef je dus niet te zien als tegenstelling: je kunt ze combineren. Het een gaat niet ten koste van het ander, ze versterken elkaar.
Hoogbegaafd en androgyn
Uit verschillende onderzoeken komt naar voren dat androgynie vaker voor lijkt te komen bij hoogbegaafde mensen. Zo vinden Wells, Peltier, Glickauf-Hughes (1982) dat vrouwelijke adolescenten vaker ‘androgyn’ of ‘vrouwelijk’ worden geclassificeerd, terwijl mannen vaker worden ingedeeld in de categorie ‘mannelijk’ of ‘indifferent’. Latere onderzoeken lieten zien dat zowel mannelijke als vrouwelijke begaafde studenten kenmerken van androgynie hebben (Howard-Hamilton & Franks in 1995 en Wilcove in 1998). Ook J.T Webb geeft aan dat hoogbegaafde jongens en meisjes vaker androgyne kenmerken hebben, vanwege hun bredere interesse dan leeftijdsgenoten.
Androgynie lijkt dus duidelijk samen te hangen met hoogbegaafdheid. Wat overigens niet zegt dat álle hoogbegaafden androgyn zijn. Een deel van de hoogbegaafde mannen herkent vooral mannelijke kenmerken bij zichzelf en een deel van de vrouwen herkent vooral vrouwelijke kenmerken bij zichzelf. Daarnaast is er een deel dat zich meer herkent in androgyne of indifferente kenmerken. Hoe de verhoudingen tussen die groepen liggen verschilt per onderzoek, wellicht ook omdat de onderzochte groepen vaak relatief klein zijn.
Androgynie als sterk punt
Opvallend is dat hun androgynie voor de ondernemers met wie ik werk geen probleem is, of als traumatisch wordt ervaren. Integendeel: ze beschermen en koesteren dat deel van henzelf, voeden hun andere kant, en zetten het in als sterk punt in hun werk.
Ik werk vooral met mensen die normaal tot hoog functioneren. Het is interessant om te zien hoe deze goed-functionerende mensen een weg hebben gevonden in hun androgynie. Vaak voelden ze zich van kinds af al anders, zijn ze zich daar van bewust, ze zien het niet als een probleem, en hebben letterlijk spelenderwijs een succesvolle weg gevonden in hun anders-zijn.
Voorbeelden van succesvolle androgynie
Wat zijn voorbeelden van succesvolle androgynie?
- Vrouwen die sensitief en meelevend zijn én duidelijke grenzen stellen. Ze durven lastige vragen te stellen, gaan discussies niet uit de weg, en dagen hun cliënten uit. Ook als dat spannend is. Tegelijkertijd leven ze mee met hun cliënten, voelen ze aan wat er speelt en gaan ze diepe emoties van zichzelf of hun cliënten niet uit de weg, maar zijn die juist onderdeel van hun werk.
- Mannen die sensitief én effectief werken. Ze voelen aan waar hun opdrachtgever vastloopt, waarom een team nog niet goed samenwerkt. Ze stemmen af op de ander en op hun eigen emoties en behoeftes. Ze doen geen marketing die tegen hun eigen gevoel ingaat, maar kiezen voor een bedrijf dat hen zelf een goed gevoel geeft. Ook als dat andere keuzes vereist dan hun omgeving gewend is.
Androgyne leiders en ondernemers
Androgynie is niet alleen bij ondernemers zichtbaar. Ook bij politieke leiders valt het soms op. Zo vind ik Angela Merkel een schoolvoorbeeld van de strategische politicus, die tegelijkertijd zorgzaam is voor haar vaderland. Een ander voorbeeld is Nelson Mandela, die op een ultiem geweldloze manier een vooraanstaand leider werd van zijn land.
Natuurlijk zijn er leiders met volop mannelijke eigenschappen: analytisch, strategisch, dominant. Zij worden soms gezien als ‘echte, sterke leiders’. Maar de androgyne leider is minstens zo interessant. Deze leider kan namelijk een breder scala aan vaardigheden inzetten: grenzen stellen én meeleven, strategisch én empatisch, analytisch én invoelend.
Ook in de wetenschap wordt dit onderkend. Androgynie wordt gezien als een gezond persoonlijkheidskenmerk, die bijdraagt aan psychologische ontwikkeling en zorgt voor hoge niveau’s van psychisch functioneren (volgens onderzoek van Bem, van Pipher in 1994, en van Waterman & Whitbourne in 1982). Androgyne individuen zijn flexibel in sociale situaties, omdat ze hun gedrag meer baseren op wat in de situatie passend is, dan dat ze uitgaan van wat er vanwege hun sexe van ze wordt verwacht (Miller & Falk 2009).
Juist androgyne leiders zijn in staat om die eigenschappen te laten zien, die de situatie op dat moment van hen vraagt. Ze hebben een breder palet, dat ze kunnen inzetten waar nodig. Juist dat maakt hen bijzonder effectieve leiders. Of ondernemers.
In mijn praktijk zie ik volop voorbeelden van succesvolle androgyne ondernemers. Mannen die vrouwelijke kwaliteiten inzetten en tegelijkertijd écht man zijn. Ze doorzien emoties van opdrachtgevers, stemmen af op hun eigen gevoel, doorzien gevoeligheden in een team, en zetten dat allemaal in bij het managen van een complex IT-traject. Ik zie vrouwen grenzen stellen, voor hun waarde staan, structureren, analyseren, organiseren. Tegelijkertijd gaan ze op hoog niveau empatische verbindingen aan en zorgen ze goed voor zichzelf, hun cliënten en hun gezin.
Je bent niet gek. Je kunt méér
Als ik het twee-assen-model van mannelijkheid en vrouwelijkheid aan ondernemers uitleg, geeft dat vaak herkenning en opluchting. Door de andere kijk op androgynie, twee assen in plaats van eentje, ga je letterlijk meer zien, in meer dimensies waarnemen.
Vrouwen begrijpen dat hun mannelijke kanten niet ten koste van hun vrouwelijkheid gaan. Mannen zeggen dat ze allang wisten dan hun sensitiviteit hun mannelijkheid niet minder maakte. Maar nu kunnen ze het bewust plaatsen. En ze kunnen het uitleggen aan anderen.
Ook belangrijk voor traditionele mannen en vrouwen
Daarna ontstaat er ruimte. Mensen gaan de nuance tussen mannelijkheid en vrouwelijk onderzoeken. Die ruimte is prettig. Niet alleen voor mensen met sterke mannelijke én vrouwelijke eigenschappen, maar ook voor de meer traditionele mannen en vrouwen. Ook zij hebben altijd een mix van beide kanten in zich. Ook voor hen is het fijn om te weten dat ze geen ‘echte’ man of vrouw hoeven te zijn, maar ze de twee kanten lekker mogen mixen en combineren.
Je bent niet minder man door meer vrouwelijkheid te laten zien: je wordt er juist een rijker mens van.
Door je mannelijke en vrouwelijke kanten te combineren, kun je een complete ondernemer worden. Je bent in staat om je klanten aan te voelen en kunt een goed aanbod ontwikkelen. Je voelt dat je goede waarde levert en hebt het lef om daarvoor een goede prijs te vragen. Je gevoel ondersteunt je ratio, je analytisch vermogen kun je koppelen aan je sensitiviteit.
Je androgynie maakt je niet vreemd, maar juist compleet. Je ziet meer, kunt meer. Dat maakt je een rijker mens. En het kan je onderneming meer succesvol maken, als je juist met al je bijzondere talenten zichtbaar bent en je klanten helpt.
Hoe zit dat bij jou?
Ik ben heel benieuwd: herken jij je in het androgyne model, met de mix van vrouwelijke en mannelijke eigenschappen? Hoe combineer jij eigenschappen? Deed je dat als kind al? Welke weg heb jij gevonden in je leven?
Hoe kun je jouw eigen unieke mannelijkheid en vrouwelijkheid, vanaf vandaag, nog meer succesvol inzetten in je werk en bedrijf?
Meer lezen
Verwijzingen naar wetenschappelijk onderzoek over androgynie en/of begaafdheid:
- Bem, S. L. (1974). The measurement of psychological androgyny. Journal of Consulting and Clinical Psychology, 42(2), 155–162.
- Bem, S. L. (1981). Bem Sex-Role Inventory manual, test booklet, scoring key. Palo Alto, CA: Consulting Psychologists.
- Bem, S. L. (1993). The lenses of gender: Transforming the debate on sexual inequality. New Haven, CT: Yale University Press.
- Howard-Hamilton, M., & Franks, B. A. (1995). Gifted adolescents: Psychological behaviors, values, and developmental implications. Roeper Review, 17, 186–191.
- Kerr, B (1997), Smart Girls: A New Psychology of Girls, Women, and Giftedness.
- Miller, N.B, F. Falk (2009), Gender Identity and the Overexcitability Profiles of Gifted College Students: Roeper Review.
- Pipher, M. (1994). Reviving Ophelia: Saving the selves of adolescent girls.
- Waterman, A. S., & Whitbourne, S. K. (1982). Androgyny and psychosocial development among college students and adults. Journal of Personality, 50(2), 121–133.
- Webb, J.T., E.R. Amed, N.E. Webb (2016), Misdiagnosis and dual diagnoses of gifted children and adults.
- Wells, M. A., Peltier, S., & Glickauf-Hughes, C. (1982). The analysis of the sex role orientation of gifted male and gifted female adolescents. Roeper Review, 4, 46–48.
- Wilcove, J. L. (1998). Perceptions of masculinity, femininity, and androgyny among a select cohort of gifted adolescent males. Journal for the Education of the Gifted, 21, 288–309.
Geef een reactie