Terwijl ik keihard op m’n surfplank over het water schiet, voel ik de windstoten in m’n rug. Ik heb het zeil prima onder controle. Nog wel, want een moment later is m’n aandacht even verslapt en knal ik genadeloos in het water. Ploeterend zwem ik terug naar m’n plank en ik probeer weer op te stappen. Even later vlieg ik weer op de wind, maar opnieuw duurt het niet lang voordat een windvlaag me opnieuw in het water legt. Zo zwoeg ik de hele middag door. Ik ben meer aan het zwemmen dan aan het surfen. Natuurlijk is deze wind veel te hard voor me. Ik heb nog nooit met deze stormkracht gesurfd en mis de ervaring.
Toch heb ik een wereldmiddag. Ik merk dat ik meer kracht krijg, en meer controle over m’n plank. Hoewel ik veel in het water lig, is dit de middag waarop ik beter wordt. Juist op deze middag die m’n krachten en ervaring te boven gaat, word ik uitgedaagd. Steeds weer merk ik dat het in m’n werk net zo gaat.