De lucht is blauw en het licht van de zon schijnt al fel, hoewel het nog vroeg is. Ik zie de dauw op het gras van mijn tuintje. Die zal straks snel weg zijn, als het zo warm blijft. Het is precies wat mijn aardbeien nodig hebben om volop te groeien. Ik kan niet wachten tot de eerste grote rode vruchten straks verschijnen. Dan betrekt mijn blik: wat is daar aan de hand?
Ik ben een vrolijke tuinvrouw en hou van mijn aardbeien. Maar ik ben ook ietwat makkelijk. Ik til niet zo zwaar aan een beetje onkruid. Wieden? Ach, dat kan morgen ook wel, toch? Daarnaast heb ik een lekker actief leven en ben ik regelmatig op pad. In zo’n weekje afwezigheid kan er van alles gebeuren in mijn tuin. Zo ook nu. Het groen van mijn aardbeienplantjes is opeens amper meer zichtbaar. Grote graspluimen en brandnetels overwoekeren mijn geliefde vruchtjes. De eerste groene aardbeien krijgen al dagenlang geen zon.
Terwijl ik met mijn tuinhandschoenen aan het wieden sla, mijmer ik over zacht werken. Eigenlijk zijn wij net aardbeienplantjes: we willen volop groeien, ons ontwikkelen. Maar we laten ons maar al te snel overwoekeren, waardoor we niet tot ons recht komen in ons werk.
Lees meer