Middenin het grote bos staat een ridder op een wit paard. Gehaast kijkt hij rond. Dan komt er een klein meisje op hem af. Ze ziet hem staan en vraagt: “Wat ben je aan het doen?”
De ridder zucht: “Ik moet nog zoveel doen. Ik ben immers een ridder en moet de mensen helpen en redden. Ooit word ik groot en beroemd. Maar nu ben ik vooral heel druk. Ik moet nog zoveel doen”.
Het meisje kijkt hem onderzoekend aan. “Maar wát ga je nu dan eerst doen?” vraagt ze praktisch.
De ridder zucht. “Dat weet ik nog niet, daar moet ik eerst goed over nadenken. Er is zoveel te doen. Ik heb gewoon niet genoeg tijd.”
Dan begint het meisje hard te lachen: “Niet genoeg tijd! Dat is raar. Je hebt toch altijd de tijd. Je hebt toch altijd het nu? Dat is de enige tijd die er is. In die tijd kun je alles doen wat je wilt!” Schaterend loopt ze door, lachend om zoveel onbegrip van de grote ridder.
Dit klinkt als een vreemd sprookje, maar vergaat het ons vaak niet net als de ridder? Ons hoofd zit vol met ambities, vage plannen en grootste ideeën. Zo groot dat we verstrikt raken in lange lijsten met to-do’s. Lijsten die we niet afwerken, maar voor ons uitschuiven. Elke dag weer doen we de meeste dingen op die to-do lijst niet. En elke dag weer nemen we ons voor dat het morgen anders wordt, dan gaan we het echt doen. Echt. Toch kan het anders. Maar hoe?
Lees meer