Met een diepe zucht buig ik me over m’n laptop. Ik heb helemaal geen zin meer, maar moet verder. De rapportage van het marktonderzoek moet af, dat is mijn werk. Maar ik vind het weinig inspirerend. Het pakket sheets wordt veel te lang en inzichten zijn amper terug te vinden. Maar goed, ik ben nu eenmaal ingehuurd om deze rapportage op te leveren, dus ik zet me met een zucht weer aan m’n werk.
Twee dagen later bespreek ik de rapportage met m’n opdrachtgever en zijn klant. M’n opdrachtgever is tevreden met het gedegen werk, maar ik zie zijn klant ongeïnteresseerd door het pak papier bladeren. “Het is wel erg veel”, voegt hij er aan toe. Twee weken later presenteren we de resultaten van het onderzoek aan het management team. Ik merk dat de opdrachtgever er amper naar heeft gekeken. Ook het MT toont weinig interesse in de resultaten. Jammer van onze inzet, jammer van mijn tijd. Ik baal van het project, baal van de tijd die ik er in heb gestoken. Inmiddels weet ik dat het ook anders kan…
Ik kijk anders naar m’n tegenzin
De afgelopen jaren heb ik door dit soort trajecten geleerd om anders naar m’n tegenzin te kijken. Ik merk steeds vaker: de tegenzin zit er niet voor niets, die heeft zin! De tegenzin is een diep gevoel, dat omhoog borrelt als het nodig is. Als ik werk moet doen dat tegen m’n overtuiging inga. Zoals het maken van een lange rapportage die weinig inzicht biedt. Maar ik kan ook frisse tegenzin hebben van een manager die onderzoek misbruikt om z’n machtspositie te verstevigen. Of om medewerkers aan het lijntje te houden. Steeds weer valt me op: de tegenzin zit er niet voor niets.
Tegenzin zit er niet voor niets
Langzamerhand ben ik de tegenzin als een vriendje gaan zien. Het is mijn kanarie. Zoals mijnwerkers vroeger een klein vogeltje meenamen tijdens hun werk onder de grond (omdat die flauw viel zodra er zuurstofgebrek was en daarmee de mijnwerkers waarschuwde voor gevaarlijke situaties), zo heb ik m’n eigen tegenzin-kanarie. Natuurlijk heb ik wel eens last van opstartproblemen in de ochtend of na een lekkere vakantie. Maar dat is wat anders dan de diepgewortelde tegenzin in het werk. De tegenzin is het vogeltje dat me waarschuwt voor naderend gevaar. Hij vertelt me dat ik nu weg moet, dat het anders moet.
Het roer moet om!
Daarmee stelt de tegenzin me direct voor een nieuwe uitdaging. Ik hoef niet langer door te worstelen met een saaie klus, maar ik mág ook niet langer doormodderen. Ik moet kiezen, ik moet het roer omgooien. Dat is niet altijd makkelijk, maar wel altijd nodig. Het moet anders, het kan anders. Daar moet ik voor durven kiezen.
Luister jij al naar je tegenzin-kanarie?
Vraag je eens af: hoe vaak doe jij je werk met tegenzin? En kijk dan eens heel kritisch naar je werk. Doe je werk dat strijdig is met je normen en waarden? Zijn er zaken die eigenlijk anders moeten, maar die je nog niet aan hebt gekaart? Professioneel werken vraagt niet om ‘flink zijn’ en doorzetten bij tegenzin. Dat vraagt om het lef om tijdig te signaleren dat het niet goed gaat, dat de het roer om moet. Luister jij al naar je tegenzin-kanarie?
Ellen de Lange-Ros zegt
Via twitter en de mail krijg ik leuke reacties op deze post. Dat vraagt om een reactie.
Langzaam heb ik geleerd dat zo’n tegenzin-weer enorm zinnig is. Het helpt me om scherp te blijven: doe ik nog wel de goede dingen? Te vaak heb ik met tegenzin doorgewerkt aan iets dat eigenlijk niet echt goed was. Iets dat ik gewoon beter kon maken. Nu merk ik, dat veel andere mensen dezelfde tegenzin hebben. Jij misschien ook? Je voelt dat dingen niet in de haak zijn, dat het anders zou moeten.
En als je dat weet, dan wacht de volgende uitdaging: verzamel al je lef om het dan ook echt anders en beter te doen! Niet langer veilig doorsukkelen (met tegenzin), maar het roer omgooien en doen waar je echt achter staat. Het is lastig en doodeng. Maar wat ben ik blij dat ik af en toe het lef heb gehad om dat te doen.
Ik wens je veel tegenzin (en het lef om de inspiratie om het roer om te gooien en dan de echt goede dingen te gaan doen)!