Soms heeft een held een tragische bijsmaak. Zoals Sergei Bubka. Tussen 184 en 1994 was hij de absolute heerser met de polsstok. Geen mens kon hoger springen dan hij. Vanwege z’n kracht en techniek kon hij de stok hoger vastgrijpen dan concurrenten en een zwaardere stok gebruiken.
Toch heeft Bubka ook een tragische kant. Dankzij zijn talent wist hij meer dan dertig maal het wereldrecord te verbreken. Dat deed hij heel strategisch steeds met 1 centimeter, zodat hij bij elk event de prijzenpot incasseerde voor een nieuw wereldrecord. Maar bij al die events was er geen concurrent die hem het leven echt zuur kon maken. Zelfden hoefde hij tot het echte maximum te gaan. Had hij sterke concurrentie gehad, dan was hij nog meer gedreven om het maximale uit zichzelf te halen. Misschien was zijn laatste record dan geen 6.14 meter geweest, maar veel hoger. We zullen nooit weten hoe hoog Sergei Bubka echt kon springen. Hoe goed hij was, heeft hij de wereld nooit echt laten zien. Dat is tragisch voor zo’n groot kampioen.
Over niet bereiken van z’n perfecte sprong zegt hij zelf:
“My jump was imperfect, my run-in was too short and my hands were too far back at takeoff. When I manage to iron out these faults, I am sure I can improve.” (Bubka in een interview na zijn wereldrecord van 6.10m).
Organisaties springen niet hoog genoeg
In veel organisaties zie ik hetzelfde probleem. Ze doen net genoeg ‘om over de lat te komen’ en hun dominantie in stand te houden. Ze doen genoeg om er mee weg te komen, maar vanwege te weinig concurrentie worden ze nooit geprikkeld om het beste uit henzelf te halen. Telecomproviders met onderlinge (stille) prijsafspraken, grote adviesbureau’s die elkaar de bal toespelen, of overheidsorganisaties zonder concurrent: te vaak geldt in zo’n omgeving dat mensen zich gaan gedragen als Sergei Bubka. Ze werken hard, daar niet van, maar ze worden nooit echt geprikkeld om de grens op te zoeken. Om hun prestaties echt fundamenteel te wijzigen, om een radicale nieuwe manier van werken te zoeken. Ze worden niet geprikkeld om te laten zien wat ze écht kunnen.
Je springt hoger met een sterke concurrent
Dat is jammer, want zo’n organisatie verdient beter. En wij ook. De wereld wordt mooier als je gaat voor het maximaal haalbare. Je nek uitsteekt, de randen opzoekt van wat haalbaar is. Van nature zijn we allemaal een beetje lui, gemakkelijk. De grenzen opzoeken lukt beter als er iemand is die je prikkelt. Een concurrent die je het leven zuur maakt, die je opjut om het steeds net wat beter te doen. Pas dan leer je je grens kennen. Pas dan wordt je zo inventief dat je over je eigen grenzen gaat.
Hoe hoog kun jij springen?
Wil je echt het beste van jezelf laten zien? Wil je echt klantgericht werken? Dan zit er maar één ding op: stop met lobbyen bij de politiek, stop met stille afspraken met concurrentie en ga aan de slag. Koester je concurrent en laat je prikkelen om het maximale uit jezelf te halen. Laat de wereld zien hoe hoog jij echt kunt springen!
Geef een reactie