Als business coach werk ik vaak met slimme ondernemers: snelle denkers of creatievelingen boordevol bijzondere invallen. Ik vind het fascinerend om te zien hoe juist die uitstekende denkers soms als ondernemer last hebben van zichzelf: van hun vlotte brein. Hoe kan dat? Nog belangrijker: wat kun jij, met zo’n slim brein, daar zelf aan doen?
Hoe voorkom je dat jouw slimme brein met je aan de haal gaat? Hoe zorg je dat je hoofd voor je werkt, in plaats van je tegenwerkt? Om dat te begrijpen, is het belangrijk dat je meer over je brein begrijpt. Wat op zich al een fascinerend gegeven is: jouw hoofd kan leren om meer over je hoofd te begrijpen. Fijn om daar eens over na te denken.
Je hoofd kan leren om meer over je hoofd te begrijpen.
Bij slimme mensen is het denkhoofd sterk ontwikkeld. Door opleidingen die je hebt gevolgd, theorieën en verbanden, inzichten en concepten die je zijn verteld. Daar is niks mis mee, je hoofd weet veel, overziet veel, kan veel. Vertelt iemand je iets of overkomt je wat? Dan relateert je hoofd dat direct aan alles wat je al weet: “Oh, hij heeft last van een dissociatieve stoornis” weet de psycholoog. Of: “dat is typisch Jugendstil” zegt de architect. Of “die tekening is digitaal gemaakt”, ziet de illustrator. Dankzij je vakkennis, ervaring en theorie doorzie je de wereld. Je weet meer, je herkent dingen.
Maar wist je dat juist voor ondernemers dat slimme brein een nadeel kan zijn?
Snelle denkers: handig of juist niet?
Wat doet je slimme brein namelijk? Die vult direct alles voor je in. Je brein wil jou helpen om de wereld te begrijpen, om grip te hebben op wat er om je heen gebeurd. Zodra er iets gebeurd, analyseert je brein dat in een fractie van een seconde en direct daarna ‘weet’ je wat er aan de hand is: een dissociatieve stoornis, Jugendstil, of een digitaal gemaakte tekening.
Je begrijpt het al: vaak is dat snelle brein handig. Maar soms niet.
De valkuil van alles begrijpen en snel denken
Wat doet het brein van snelle denkers als je een nieuwe situatie tegenkomt? Dan gaat je brein voor je aan de slag om de situatie in te vullen. Maar hoe vult je brein dat in? Dat doet het op basis van je huidige kennis, ervaring, vakmanschap. Juist snelle denkers zijn gewend om alles te weten, te snappen, te begrijpen. En juist snelle denkers vallen daarom in de valkuil dat ze ‘denken het wel te weten’.
Wanneer gaat dat mis? Heel simpel: wanneer je in een situatie komt waarbij je het even niet weet. En laten die situaties zich nou juist vaak voordoen in je bedrijf. Ondernemen gaat over nieuwe dingen doen. Dingen anders aanpakken. Nieuwe markten ontdekken, werken met nieuwe klanten, nieuwe diensten neerzetten. Dat zijn bij uitstek situaties waar je nog geen ervaring mee hebt, dingen die je nog nooit hebt gedaan.
Natuurlijk kun je dan als een Pipi Langkous tegen jezelf zeggen: “Ik heb het nog nooit gedaan, dus ik denk dat ik het wel kan”. Dat is een prima manier van denken voor beginners. Je hebt immers nog geen faal-ervaring. Dus weet je ook nog niet dat je het niét kunt. Maar het tegenovergestelde is ook waar: je weet ook nog niet dat je het wél kunt.
Wat vinden snelle denkers lastig?
Je weet het gewoon niet. En dat is lastig voor je brein. Juist snelle denkers zijn gewend aan een brein dat het altijd wél weet. Een brein dat razendsnel dingen voor je invult. Dat begrijpt hoe het zit. Dat er een theorie bij kan halen. Dat kan verklaren hoe het zou moeten.
Juist snelle denkers zijn gewend aan een brein dat het altijd wel weet.
Met welke antwoorden komen snelle denkers direct?
Maar wat als je het even niet weet? Hoe ga je daar mee om? Dat is een belangrijke vraag om je snel-denkende-brein te stellen: “Hee brein, wat doe jij eigenlijk als je het niet meer weet?”
Grote kans dat jouw brein niet stilvalt, maar direct met antwoorden komt: “Oh, ik weet het meestal best, hoor”. Of durft jouw hoofd echt eerlijk te zijn? Zegt het tegen je: “Ik weet het even niet. Hierover heb ik geen flauw idee. Sorry, dit heb ik gewoon nog nooit bij de hand gehad.” Waarschijnlijk niet. Die leegte, dat niet-weten? Dat is eng. Doodeng voor je hoofd, dat het direct gaat invullen.
Na verloop van tijd gaat het wringen
Als business coach is dit voor mij een interessant gebied. Mijn slimme cliënten vinden de start van hun bedrijf zelf wel uit. Op google opzoeken hoe dat werkt bij de Kamer van Koophandel, een bevriende boekhouder om hulp vragen bij je administratie, aan collega-zelfstandigen vragen via welke detacheerders zij aan hun eerste klus komen. Zo rol je er in, als ondernemer.
Na verloop van tijd gaat het echter wringen. Je merkt dat je veel kunt. Maar sommige dingen zou je wel willen, maar die lukken niet. Je komt er steeds niet aan toe om die eigen dienst te ontwikkelen. Om de stap te zetten naar echt goed betalende klanten. Dat droombedrijf, dat je eigenlijk voor ogen had toen je begon, lijkt je steeds te ontglippen. Er lijkt een glazen-ondernemers-plafond te zijn, waar je niet doorheen komt.
Als je eerlijk bent tegen jezelf, dan weet je het: ik zit vast. Interessant is dat je dat vastzitten vaak eerder voélt dan wéét. Je gevoel liegt namelijk niet. Je gevoel houdt je niet voor de gek. Je gevoel laat je feilloos merken: ik ben lusteloos. Heb er minder zin in. Het is niet meer zo sprankelend. Ik heb uitstelgedrag. Kom er niet toe.
Flink doorgaan als snelle denker. Dan komt het wel goed. Toch?
Maar je hoofd? Dat gaat vrolijk verder. Planningen maken, strakke corvees. Even doorzetten. Flink zijn. Een nieuw ideetje lanceren. Doorbuffelen. Komt het vast goed. Gewoon, de schouders er onder en net even wat harder aan de slag. Zo houdt je slimme denkhoofd je eindeloos een wortel voor: doorgaan. Dan komt het goed.
Maar dat is dus niet zo.
Eén van de belangrijkste dingen voor succes, in je bedrijf en leven, is om te wéten dat je niet alles weet. Om eerlijk tegen jezelf te kunnen zeggen ‘dat weet ik even niet’. Wat je ontdekt, is dat dat makkelijker klinkt dan het is. Want ‘het even niet weten’ heeft een akelig effect: dat geeft spanning. In je hoofd, in je wezen, in je zijn. Die puinhoop wil je slimme denkhoofd razendsnel weer oplossen. Door ‘te weten’.
Betrapt! Hoe je snelle hoofd je afleidt van waar het om gaat
Denk je nu: “ja, dat is precies waar mijn klanten of collega’s mee worstelen?” Wees alert! Dit is een beruchte bliksemafleider van je denkhoofd. Dat wil namelijk niet de aandacht op jezelf vestigen, op hoe jij het anders kan doen, op jouw niet-weten. Dat denkhoofd brengt je aandacht razendsnel naar iets anders, zodat je zelf niet aan de slag hoeft in die onzekere ruimte. Zelfs tijdens het lezen van dit artikel. Betrapt!
Zie je daar vanaf? Durf je niet te weten? Dan geef je jezelf de ruimte om te ontdekken hoe het echt zit: ‘je weet het even niet’. Dat is niet erg. Dat geeft ruimte. Dat geeft openheid.
Leren als snelle denker – De kracht van niet-weten.
Juist in die openheid ontstaan mooie dingen. Die openheid is als de start van succes. Weet een klant het even niet meer? Pas dan is het snelle denkhoofd bereid om hulp in te schakelen, om een training te volgen, een coachingstraject te starten.
Zo komt er ruimte voor nieuwe stappen, andere dingen, nieuw weten. Met dat snelle denkhoofd gaan de meeste van mijn cliënten vervolgens razendsnel aan het werk. Nieuwe oplossingen implementeren, andere klanten benaderen, die nieuwe dienst wél lanceren. Een mooie stap maken met je bedrijf. Vaak beter, groter, liever of mooier dan je vooraf had kunnen bedenken.
Kitty Kilian zegt
Hm. Mooi. Dus niet meteen alles invullen, als je het even niet weet? Maar dat gebruiken als een niuwe opening naar creatieve oplossingen?
Ellen de Lange-Ros zegt
Ja, dat snelle denkhoofd heeft vaak moeite met open ruimte en gaat dat razendsnel voor je invullen. Terwijl je dat denkhoofd ook best kunt trainen om juist die open ruimte even zo te houden. Zo kun je bijvoorbeeld meer oplossingen overwegen, of er nog eens vanuit een ander perspectief tegenaan kijken. Is wel eng: want die open ruimte…
Maar ook heel cool om te doen, omdat je leert dat die open ruimte ook een hele vruchtbare plek kan worden voor mooie ideeën of hele andere ingevingen. Als je dat denkhoofd even pauzeert.
Het leuke is dat je denkhoofd dit principe prima kan leren begrijpen, en er zelf ook plezier in kan krijgen. Dan hoef je dus niets te forceren of op discipline te doen. Je hoofd leert zichzelf ander gedrag aan.
Herkenbaar?