In een razend tempo stormen de wielrenners op de finish af. Wie de winnaar wordt? Dat is voor het publiek allang duidelijk: een van de renners rijdt een stukje voor de groep uit. Hij is verder, hij gaat harder. Maar wat doet hij nou? We zien hem omkijken naar de achterblijvers en op dat moment komt het peloton een stukje dichter bij en verliest hij wat vaart. De finish komt dichterbij… Gaat hij het redden?
Opnieuw kijkt de koploper over z’n schouder. Hij ziet wat de achterblijvers verkeerd doen en begint aanwijzigen te roepen. Dat ze in een andere versnelling moeten rijden. Dat ze meer vaart moeten maken. Hij hangt inmiddels achterstevoren op z’n racefiets. Is druk met coachen van de achterblijvers. Het publiek kijkt vol verbazing toe. Wat doet hij nou?
In het wielrennen is dit natuurlijk een bizar verhaal. Toch zie ik het bij veel slimme professionals gebeuren. Ze focussen niet langer op hun eigen wedstrijd, maar op die van de anderen. Ze zien precies wat anderen fout doen, hoe het anders moet. Ze stoppen energie in het toeschreeuwen van achterblijvers. Ondertussen vergeten ze te doen wat ze moeten doen. Vergeten ze hun eigen wedstrijd te winnen.
Het is verleidelijk: anderen toeroepen wat er anders moet. Het is ook makkelijk: je kunt lekker je kennis etaleren en hoeft niet zelf hard te werken. Maar daarmee maak je een cruciale fout. Je verlegt de focus van je eigen topprestaties naar de middelmatigheid van een ander. Je bent niet langer bezig met jezelf verbeteren. Je haalt niet langer het beste uit jezelf. Je loopt niet langer voorop, maar laat je inhalen door het peloton van de middelmaat. Stop met de focus op wat een ander fout doet, maar richt je weer op jezelf. Wat kun jij beter doen? Hoe kun jij de wereld verbeteren? Hoe ga jij vandaag nog je klant beter van dienst zijn?
En nu stop ik met het toeschreeuwen van Glazenwasser-tips. Ik moet hoognodig mooie dingen voor m’n eigen klanten doen!
Geef een reactie