‘Godsamme, zanik niet zo zeg!’ Het floept eruit voordat Marnix er erg in heeft. Marjet kijkt hem boos aan. Dan draait ze zich om. Hij hoort haar hakken klikken op het parket. Nijdig gooit ze de gangdeur dicht. Dan hoort hij de buitendeur slaan. Shit. Weer ruzie! Wat moet hij nou?
Het was al helemaal niet zijn dag. Vanochtend naar die netwerkbijeenkomst. Er waren volop interessante mensen. Als websitebouwer zou hij veel voor ze kunnen betekenen. Maar zijn kaartje uitdelen, dat kwam er niet van. Daarna lunchen met een oude vriend, die werkt in een startend bedrijfje. Marnix had gehoopt dat zijn vriend hem zou vragen om een site te maken. Maar dat gebeurde niet. En nu die ruzie met Marjet. Steeds weer zit ze hem op de huid: hij moet brutaler zijn. Zichzelf aanbieden. Meer verkopen. Zij heeft makkelijk praten. Met die baan bij de provincie is ze verzekerd van een goed inkomen. Maar hij moet het allemaal zelf regelen. En dat valt niet mee!
Hij beent naar de koelkast en pakt een biertje. Dan zet hij de TV aan en hij zakt onderuit. Er is een speelfilm bezig, zo’n zoet familieverhaal. Het lijkt wel wat op dat kerstverhaal van Charles Dickens. Over geesten die zo’n gierige man tot de orde komen roepen. Maar toch is het dat niet helemaal. Plots schiet er iets over het scherm. Marnix vliegt overeind; het bier gutst over zijn hand en druppelt op de parketvloer zonder dat hij het ziet.
‘Waanzinnige websites!’ ‘Waanzinnige websites!’ gaat er over het scherm. Verbaasd kijkt Marnix naar de televisie. Wat is dit voor programma? Dan schalt er een stem uit de televisie:
‘Hoeveel waanzinnige websites heb jij vandaag verkocht?’
Marnix lacht schamper en hoort zichzelf hardop antwoorden.
‘Helemaal niets. Vandaag even niet. Gisteren trouwens ook niet. Eigenlijk deze hele maand al niets!’
Het beeld op de televisie wordt zwart en dan plots helwit. Een bulderende stem begint te schreeuwen:
‘Dat is niet zo best. Dat is helemaal niet zo best. Vervloekt zijn de ondernemers die niets verkopen!’
Marnix lacht en praat opnieuw terug naar de televisie.
‘Alsof verkopen zo makkelijk is. Wat maakt het trouwens uit dat ik niets verkoop. Ik haat verkopen!’ Dan voegt hij er opstandig aan toe:
‘Verkopen is saai. Ik ben nu eenmaal niet zo’n pusherige salestijger. Daar kan ik niets aan doen.’
De televisie begint te flikkeren. Dan komt er plots een blonde jonge vrouw in beeld. Marnix ziet haar van achteren. Ze zit achter een computerscherm. Wat is ze toch aan het doen? Marnix ziet haar schouders schokken. Ze huilt! Maar waarom?
Zijn oog valt op haar scherm. Ze is aan het werken. In het programma dat hij ook gebruikt om zijn websites te maken. Maar ze kan er niets van, dat ziet hij al snel. Ze doet precies de verkeerde dingen. Zoekt eindeloos naar eenvoudige instellingen.
‘Jee, zo moet je dat ook niet doen’ brengt Marnix uit. ‘Dat kan veel slimmer!’ Maar de vrouw lijkt hem niet te horen.
Dan schakelt het beeld over. Marnix ziet nu een man. Hij zit op een kantoor, het is al donker. Op zijn bureau gaat de telefoon. De man neemt op en een kinderstem schalt door de hoorn: ‘Papa, ben je al bijna klaar? Wanneer kom je thuis?’ De man gromt.
‘Ik kom er aan, nog even dit klusje afmaken, jongen. Dan kom ik dadelijk thuis. Echt.’ Marnix kijkt verbijsterd naar de man op het scherm. Hij zit ook te werken aan zijn website. Met precies hetzelfde programma als het meisje. En ook hij kan er niets van. Wat irritant! Marnix springt overeind:
‘Laat mij dan nou gewoon doen, sukkel. Ik kan dat zo voor je instellen. Maar dan goed!’
Het scherm van de televisie is opeens weer zwart. Opnieuw klinkt die zware stem:
‘Wie is hier nou de sukkel, Marnix?’ Verbaasd staart Marnix naar het scherm. Sinds wanneer praat de televisie met zijn naam? En waarom is hij een sukkel? De stem gaat onverstoorbaar door:
‘Ja jongen, jij bent hier de sukkel. Jij vindt marketing pusherig. Jij vindt het opdringerig om jezelf aan te bieden. Jij wilde jezelf niet teveel promoten op die netwerkborrel. En nu zie je de gevolgen. Deze mensen zitten vanavond nog tot laat te werken. Omdat ze zelf hun website moeten onderhouden. Iets waar jij ze eenvoudig mee zou kunnen helpen. Maar ja, jij vertikt het om te verkopen. Daarom laat je deze mensen in de kou staan!’
Marnix zwijgt verbijsterd en kijkt naar het scherm. Wat is dit nou? De stem gaat door.
‘Wat denk je nou zelf? Is marketing echt pusherig en fout?’
Marnix is even stil en stamelt:
‘Tja, ach, ik weet niet. Ik vond marketing altijd zo opdringerig. Maar nu weet ik het opeens niet meer.’ Het klinkt kinderlijk oprecht. Dan gaat hij door.
‘Bij marketing moest ik altijd denken aan die foute hypotheekpolissen, aan sigaretten-reclames die producten promoten die mensen ziek maken. Maar het kan natuurlijk ook anders. Verkopen hoeft niet fout te zijn. Als je iets verkoopt waarmee je mensen helpt, dan is verkopen zelf niet fout.’
Hij denkt er even over na. Dan gaat hij verder.
‘Misschien is niét verkopen dan juist wel fout. Als je mensen kunt helpen door jezelf aan te bieden, en je doet het niet… dan is dat dom. Zo kun je anderen nooit helpen. Doe je hen tekort, doordat jij niet wilt verkopen.’
Het beeld van de televisie is nog steeds zwart. Dan komt er plots een aftiteling in beeld:
‘Magisch mooie marketing – een ondernemers-sprookje om van te dromen. Met een hoofdrol voor Marnix’
Marnix knippert met zijn ogen. Ziet hij dat nou goed? Dan hoort hij plots de gangdeur open gaan. Hij schiet overeind van de bank. Marjet komt binnen.
‘Wat lig jij hier nou te dutten op de bank? Kijk nou naar de vloer, je hebt allemaal bier gemorst terwijl je in slaap viel. En waarom staat de tv nog aan terwijl er niets meer te zien is?’ Ze wandelt naar het apparaat en klikt het uit. Verbaasd wrijft Marnix in zijn ogen. Droomde hij nou?
Terwijl Marjet naar de keuken wandelt om voor zichzelf wat drinken in te schenken blikt hij snel naar de televisie.
‘Magisch mooie marketing, ga jij het doen?’ flitst er over het scherm. Hij schrikt ervan. Op hetzelfde moment komt Marjet weer binnen en is het beeld weer zwart. Ze gaat naast hem op de bank zitten en slaat een arm om hem heen.
‘Misschien is ondernemen ook wel niets voor jou’, zegt ze. ‘Dat jezelf verkopen past misschien gewoon wel niet bij je. En al die marketing. Zou je niet liever een baan zoeken?’ Marnix gooit met één teug zijn biertje naar binnen en lacht haar toe.
‘Marketing niets voor mij? Hoe kom je daar nou bij? Ik ben dol op marketing. Het is een magisch mooie manier om mensen te helpen!’ Hij is verbaasd hoe stellig zijn stem klinkt. En hij is nog verbaasder over de zekerheid die hij diep van binnen voelt.
Terwijl Marjet hem omhelst kijkt hij nog één keer snel naar de televisie. Het beeld blijft zwart en Marnix lacht.
Hessel Frings (@helanus) zegt
Magisch mooie marketing van Marnix http://t.co/TGxDrQ0irv Mooi verhaal over de magie van verkopen van @EllenFaxion
Ellen de Lange-Ros (@EllenFaxion) zegt
RT @helanus: Magisch mooie marketing van Marnix http://t.co/TGxDrQ0irv Mooi verhaal over de magie van verkopen van @EllenFaxion
Jeanette de Haas (@JeanettedeHaas) zegt
Magisch mooie marketing van Marnix http://t.co/8lCCJqvNRy via @EllenFaxion
Malua zegt
Prachtig verhaal Ellen! Ik heb het weer in één ruk uitgelezen en opnieuw de boodschap gehoord. Heeft tijd nodig om echt binnen te komen. Weten is altijd nog anders dan doen. Gelukkig doe ik mee aan Groeisprong om de wezenlijke stappen echt te implementeren!
@chrisrommers zegt
Story telling, letterlijk, over magisch mooie marketing > http://t.co/BYOuME3w69 van @EllenFaxion