Samen met m’n zoon wandel ik door de lange gangen van de grote middelbare school tijdens de open dag. Zou hij zich hier thuis gaan voelen? Welke school vind ik eigenlijk bij hem passen? Nu de schoolkeuze dichterbij komt, merk ik dat ik er steeds tegendraadser in ben. Want een vakkenpakket met Grieks en Latijn? Ik hoop met heel m’n hart dat hij daar nooit voor zal kiezen! Hoe meer ik er over nadenk, hoe droeviger ik daar over word. Waarom ben ik daar zo op tegen?
We staan aan het begin van een grote revolutie
Om me heen zie ik de wereld in een razend tempo veranderen. Ik geloofd dat internet een grote revolutie betekent. Een revolutie die groter is dan die van de boekdrukkunst of de stoommachine. En net zoals destijds, zijn ook nu de gevolgen van de revolutie nog maar amper zichtbaar. De boekdrukkunst werd eerst gebruikt om bestaande geschreven boeken sneller te verspreiden. Pas later kwamen inventieve nieuwe toepassingen, zoals een krant of tijdschrift. Ook de stoommachine werd eerst vooral ingezet als vervanger van de oude energie, het paard. Pas later kwamen de echt nieuwe toepassingen. Met onze kennisrevolutie en internet gaat het net zo. We staan pas aan het begin van het begin. De grote veranderingen moeten nog komen.
Mijn beroep bestond niet toen ik 8, 18 of 28 was
Zelf gebruik ik internet veel in m’n werk. Als je mij op m’n achtste, of m’n achtiende of achtentwintigste, had gevraagd wat ik wilde worden, dan was het antwoord niet “blogger en marktonderzoeker met online tools” geweest. Want dat bestond toen nog niet. Voor mijn beroep waren er geen leraren die het me konden leren. Met vakgenoten heb ik stap voor stap zelf uitgevonden wat er werkte. Door uit te proberen en kennis snel te delen. Daar verdien ik nu m’n boterham mee, een ruim belegde boterham.
Slimme internet-ondernemers zonder opleiding
Om me heen zie ik diverse internet-ondernemers snel naam maken en een mooi bedrijf met innovatieve diensten opbouwen. Steeds weer valt me op dat zij geen universitaire studie hebben afgerond. Ze zijn razend slim, maar zijn al jong gaan werken. Daarmee hebben ze snel veel geleerd. Rond hun 25-ste zijn ze een stuk verder dan de pas afgestudeerden met traditionele boekenkennis.
Er zijn geen leraren voor het beroep van mijn zoon
Maar hoe moet dat straks met m’n zoon? Steeds meer besef ik me dat er geen leraren zijn waar hij z’n beroep kan leren. Ook hij zal het zichzelf moeten aanleren. En wie kan hem daar goed op voorbereiden? Zijn dat eigenlijk wel de leraren op die klassieke middelbare school? De leraren die al tientallen jaren hetzelfde vak doceren? Die weinig veranderen, die jaar in jaar uit hetzelfde kunstje uitvoeren?
Zullen zij m’n zoontje leren experimenteren? Leren zij hem ondernemen? Leren zij hem uitproberen wat werkt in de razend snel veranderende online wereld van vandaag de dag? En kunnen zij hem de cultuur van delen, netwerken en waarde toevoegen eigenlijk wel bijbrengen? Een cultuur die inmiddels een belangrijk deel van onze maatschappij aan het worden is, maar die nog totaal voorbij gaat aan veel traditionele hoger opgeleiden.
Liever games spelen dan woordjes leren
Steeds vaker komt de vraag terug in m’n hoofd: hoe zorg ik ervoor dat mijn zoon op dit alles goed is voorbereid. Zou hij wel de goede dingen leren op een gymnasium met urenlange lessen in oude talen die niemand meer spreekt? Met al die uren woordjes leren. Misschien kan hij die tijd beter besteden aan internetten, blogs bezoeken, reacties achterlaten en zelf bloggen. Of games spelen en ontwerpen. Om zo de online cultuur en mores te leren, te begrijpen hoe je waarde moet delen om haar tegelijkertijd te vermenigvuldigen. Ik zie mezelf straks al als een strenge ouder z’n kamer binnenstuiven en om z’n eigen bestwil tegen hem roepen: “Zit je nu alweer griekse woordjes te leren? Ga jij eens gauw internetten!”
Geef een reactie