Er was eens een zielig meisje. Ze had een boze stiefmoeder en twee boze stiefzussen, die haar slecht behandelden. Het kind moest ‘s ochtends voor dag en dauw opstaan om te werken. Elke dag begon met het aanmaken van de haard. Om dat netjes te doen, moest ze eerst de as van de vorige dag opruimen en de haard oppoetsen. Daarom werd ze door haar stiefzussen smalend ‘Assepoetser’ genoemd.
De heraut van de koning
Op een dag komt er een heraut van de koning in het dorp, met een boodschap:
“Alle meisjes uit het land, worden uitgenodigd voor een bal, zodat de prins het meisje van zijn dromen kan uitzoeken, om met haar te trouwen”, roept de heraut luidkeels. Enthousiast rennen de boze stiefzussen naar huis, en vanaf dat moment maken ze volop plannen met hun stiefmoeder: welke jurk laten ze maken, in welke stof, en welke kleur? En welke schoenen moeten ze aan? De hele dag ratelen de stiefzussen over het bal.
Assepoetser huilt…
Assepoetser zit weggedoken onder een struik in de tuin. Ze huilt. Want voor haar is er geen jurk, geen mooie stof. En dus geen bal. Terwijl ze verdrietig in de tuin zit, voelt ze opeens iets kriebelen aan haar teen. Ze kijkt omlaag, en schrikt. Daar zit een grijze muis! Snel trekt Assepoetser haar voet terug en ze hoopt dat de muis wegrent. Maar niets van dat alles. De muis blijft muisstil zitten, en kijkt haar met zijn kleine kraaloogjes aan. Zijn gekromde staartje ligt tussen de bladeren. Assepoetser durft niet te bewegen, ze blijft ook muisstil zitten. Dan schrikt ze opnieuw: de muis begint te praten! Tegen haar!
Lees meer